In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2023 wordt het beroep van een inwoner van Zuid-Afrika tegen de aanslag inkomstenbelasting (IB) voor het jaar 2020 beoordeeld. De inspecteur had een aanslag opgelegd en het bezwaar van de belanghebbende afgewezen. De rechtbank behandelt de vraag of de belanghebbende recht heeft op een vrijstelling van € 10.000 op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende geen recht heeft op deze vrijstelling, zowel op basis van het verdrag als op basis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur zijn standpunt heeft gewijzigd en dat de belanghebbende niet kan terugvallen op eerder gewekt vertrouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft en de belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.