In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor aanvullende schadevergoeding bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS), ingediend op 27 mei 2022. Eiseres heeft verweerder op 6 juni 2023 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank maakt gebruik van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) om zonder zitting uitspraak te doen.
De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar in dit geval wordt een langere termijn van zes weken opgelegd vanwege de complexiteit en het aantal aanvragen dat door verweerder moet worden behandeld. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een proceskostenvergoeding van € 418,50 en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.