In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Eiseres had eerder, op 11 mei 2023, een uitspraak gekregen waarin de Belastingdienst werd opgedragen om binnen drie weken te beslissen op haar bezwaren. Eiseres stelt nu dat de Belastingdienst deze beslissing niet heeft genomen, wat haar aanleiding geeft om beroep in te stellen. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is, en doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst niet binnen de gestelde termijn heeft beslist en verplicht hen om dit alsnog te doen binnen twee weken na verzending van de uitspraak. Tevens wordt er een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd, met een maximum van € 37.500,-, voor elke dag dat de Belastingdienst in gebreke blijft. Eiseres verzoekt ook om vaststelling van de verbeurde rechterlijke dwangsom, maar de rechtbank verklaart zich onbevoegd om hierover te beslissen. De rechtbank veroordeelt de Belastingdienst tot betaling van € 418,50 aan proceskosten aan eiseres en het griffierecht van € 50,-.