In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 mei 2024, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 7 februari 2023 voor aanvullende schadevergoeding bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft de Dienst Toeslagen op 5 maart 2024 in gebreke gesteld, en de rechtbank constateert dat er na de ingebrekestelling van twee weken geen besluit is genomen door de verweerder. De rechtbank bepaalt dat de Dienst Toeslagen alsnog binnen negen weken na de uitspraak een besluit moet nemen, waarbij een dwangsom van € 100,- per dag wordt opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de Dienst Toeslagen het griffierecht van € 51,- en proceskosten van € 437,50 aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.