In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 juni 2024, geregistreerd onder de zaaknummers BRE 23/11707 en BRE 23/11760, beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen het uitblijven van besluiten door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar aanleiding van verzoeken op basis van de Wet open overheid (Woo). Eiser heeft in 2023 meerdere verzoeken ingediend om openbaarmaking van documenten en informatie met betrekking tot de coronamaatregelen en de besluitvorming daarover. De rechtbank heeft eerder al geoordeeld dat de minister niet tijdig heeft beslist op deze verzoeken en heeft de minister opgedragen om binnen bepaalde termijnen alsnog besluiten te nemen. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van besluiten vernietigd en de minister opgedragen om uiterlijk 31 december 2024 te beslissen op de ingediende verzoeken. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 50,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de minister ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het griffierecht van in totaal € 368,- moet worden vergoed. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.