In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 juni 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet beoordeeld. Eiseres ontving sinds 18 april 2020 een bijstandsuitkering via de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers, die op 10 maart 2023 werd ingetrokken. Dit besluit volgde op een anonieme tip dat eiseres kittens zou verhandelen via Marktplaats, wat aanleiding gaf tot een onderzoek door Baanbrekers. Eiseres heeft tijdens gesprekken ontkend kittens te verhandelen en weigerde medewerking aan een huisbezoek, omdat zij een afspraak in het ziekenhuis had. Baanbrekers concludeerde dat eiseres niet op objectieve wijze had aangetoond dat zij een geldige reden had om het huisbezoek te weigeren, en verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond.
De rechtbank oordeelt dat Baanbrekers zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres de medewerkingsplicht heeft geschonden. De rechtbank benadrukt dat de bewijslast voor de intrekking van de bijstandsuitkering bij Baanbrekers ligt, maar dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar ziekenhuisafspraak. De rechtbank concludeert dat de intrekking van de bijstandsuitkering terecht is, maar dat er een motiveringsgebrek was in het bestreden besluit. Dit gebrek wordt echter gepasseerd, omdat eiseres niet is benadeeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar Baanbrekers moet het griffierecht en de proceskosten vergoeden.