ECLI:NL:RBZWB:2024:4373
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- mr. Kool
- Rechtspraak.nl
Verzoek om billijke vergoeding en schadevergoeding na beëindiging arbeidsovereenkomst
In deze zaak verzoekt de werknemer, [verzoekster], van haar werkgever, [verweerder] B.V., een billijke vergoeding en subsidiair een schadevergoeding vanwege het niet voortzetten van haar arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na het einde van rechtswege. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen, omdat de werknemer niet kritiekloos heeft gefunctioneerd en de werkgever een zekere beoordelingsvrijheid heeft met betrekking tot het functioneren van de werknemer en het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat er geen bewijs is dat de arbeidsovereenkomst niet is voortgezet vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De werknemer had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigde op 31 december 2023, en de werkgever heeft tijdig aangegeven de overeenkomst niet te verlengen. De kantonrechter concludeert dat er geen ongewijzigde omstandigheden of goed functioneren waren die een voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd rechtvaardigden. De verzoeken tot rectificatie en betaling van resterend loon, overuren en vakantie-uren worden eveneens afgewezen. De werknemer wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.