4.1.Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als een verzoek om handhaving van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt. Het verzoek om handhaving van de Wabo is gedaan op 26 januari 2023. Dat betekent dat in dit geval de Wabo, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Is er sprake van een overtreding?
5. Het college is alleen bevoegd om handhavend op te treden, wanneer sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift.Allereerst dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of het college op de juiste gronden heeft aangenomen dat er ten tijde van het bestreden besluit bouwwerken stonden zonder omgevingsvergunning. Tussen partijen is niet in geschil dat de oorspronkelijk verleende omgevingsvergunning bij besluit van 23 januari 2023 herroepen is, waardoor sprake is van overtreding van artikel 2.3a van de Wabo.
Beginselplicht tot handhaving
6. In de rechtspraak wordt een beginselplicht tot handhaving aangenomen. Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan het bestuursorgaan van deze plicht afwijken. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Indien concreet zicht op legalisatie bestaat van de begane overtreding, krijgen de belangen van de overtreder (of andere belanghebbenden) bij voortzetting van de bestaande toestand zozeer de overhand dat er geen plaats is voor handhavend optreden. De legalisatie moet wel voldoende zeker zijn. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van handhavend optreden in die concrete situatie moet worden afgezien.
De rechtbank toetst of het college ten tijde van de besluitvorming tot de conclusie kon komen dat er sprake is van een concreet zicht op legalisatie.
Is er sprake van concreet zicht op legalisatie?
7. Het college stelt zich op het standpunt dat er ten tijde van het bestreden besluit een concreet zicht op legalisatie is, omdat de bedrijfsloods en de bijbehorende bouwwerken (en het gebruik daarvan) passen binnen het vastgestelde bestemmingsplan ‘ [bestemmingslan] ’. Slechts als op voorhand duidelijk zou zijn dat het bestemmingsplan geen rechtskracht zal verkrijgen, ontbreekt concreet zicht op legalisatie. Daarvan is in dit geval geen sprake. Dat de voorzieningenrechter het bestemmingsplan op een later moment geschorst heeft, heeft slechts betrekking op de onderdelen die de ontwikkeling van de brandweergarage mogelijk maken. De brandweergarage is geen onderdeel van dit geding.
Eisers stellen dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat op grond waarvan van handhaving af moet worden gezien. Het college miskent volgens eisers dat het bestemmingsplan ‘ [bestemmingslan] ’ niet kan dienen ter legalisatie van de bedrijfsloods. De voorzieningenrechter heeft op 18 januari 2024 het bestemmingsplan geschorst waardoor het op voorhand duidelijk is dat het plan geen rechtskracht zal verkrijgen. Daarnaast is het niet de bedoeling geweest met het bestemmingsplan ‘ [bestemmingslan] ’ de bedrijfsloods te legaliseren. Het bestemmingsplan is evident in strijd met de goede ruimtelijke ordening. Er zal een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld middels een coördinatiebesluit dat bedoeld is als nieuw toetsingskader voor onder meer de bedrijfsloods. Met dat nieuwe bestemmingsplan ‘Bedrijvenstrook Bulkstraat” bevestigt de gemeenteraad dat het plan ‘ [bestemmingslan] ’ niet dient ter legalisatie en dus geen concreet zicht op legalisatie kan opleveren.