ECLI:NL:RBZWB:2024:6010
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de intrekking van het Nederlanderschap van verzoekster in het kader van voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die haar Nederlanderschap heeft zien intrekken. Verzoekster, die zowel de Marokkaanse als de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar Nederlanderschap, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is opgelegd. In het bestreden besluit van 24 juni 2024 heeft de staatssecretaris het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard. Verzoekster heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om haar tot zes weken na de beslissing op haar beroep als Nederlandse te blijven behandelen, omdat zij anders haar uitkering en sociale voorzieningen zou verliezen, wat ernstige gevolgen zou hebben voor haar en haar twee minderjarige kinderen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster door het bestreden besluit haar aanspraak op re-integratie en sociale voorzieningen dreigt te verliezen. De rechter heeft de vereiste onverwijlde spoed aanwezig geacht, gezien de ingrijpende gevolgen van het besluit voor verzoekster en haar kinderen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van verzoekster afgewogen tegen die van de staatssecretaris, die zich verzet tegen het treffen van een voorlopige voorziening. De staatssecretaris stelt dat verzoekster door haar strafbare feiten zelf de banden met Nederland heeft verbroken en dat er geen grond is voor het in stand houden van de juridische band.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen en het bestreden besluit te schorsen tot zes weken na de beslissing op het beroep van verzoekster. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster en is hem opgedragen het griffierecht te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.