ECLI:NL:RBZWB:2024:6484
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek inzake naheffingsaanslag omzetbelasting en aansprakelijkheid voormalig bestuurder
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het herzieningsverzoek van eiseres behandeld. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, verzoekt om herziening van een eerdere uitspraak van 1 juni 2023, waarin een naheffingsaanslag omzetbelasting was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018. De rechtbank had in die uitspraak het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het was ingesteld door de laatste bestuurder van eiseres, [naam 2], zonder dat er een procesbelang was aangetoond.
In het herzieningsverzoek wordt gesteld dat er een nieuw feit is ontdekt: de belastingdienst heeft [naam 2] aansprakelijk gesteld voor de openstaande schuld op de naheffingsaanslag. Dit zou volgens de gemachtigde van eiseres aanleiding moeten zijn om de eerdere uitspraak te herzien. De rechtbank oordeelt echter dat het verzoek niet voldoet aan de voorwaarden voor herziening, omdat de feiten die aan de aansprakelijkheid ten grondslag liggen, pas na de eerdere uitspraak zijn bekend geworden.
De rechtbank benadrukt dat de mogelijkheid van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak bekend waren en die, indien eerder bekend, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. Aangezien niet aan deze voorwaarden is voldaan, wijst de rechtbank het verzoek om herziening af. De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, in aanwezigheid van griffier mr. J.H.M. van Ooijen, op 20 september 2024.