Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 december 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser,
Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat de bezwaarschriften na de bezwaartermijn van zes weken zijn ingediend, dient de beslistermijn berekend te worden vanaf het moment dat de bezwaarschriften zijn ontvangen. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 15 juli 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 19 juli 2024 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestellingen ontvangen op 22 juli 2024. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 6 mei 2025 alsnog een (of meerdere) besluit(en) op de bezwaarschriften van 12 maart 2024 bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 102,- (2 maal € 51,-) aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser.