Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 december 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser,
Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat het bezwaarschrift na de bezwaartermijn van zes weken is ingediend, dient de beslistermijn berekend te worden vanaf het moment dat het bezwaarschrift is ontvangen. Indien er een adviescommissie is, geldt een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Uitgaande van de inschakeling van de adviescommissie had verweerder dus uiterlijk op 30 augustus 2024 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 9 september 2024 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 10 september 2024 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 20 juni 2025 alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser.