In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 april 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de Dienst Toeslagen beoordeeld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een beschikking van 2 juli 2024, maar de Dienst Toeslagen heeft niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn van de Dienst Toeslagen is overschreden. Eiseres had op 2 juli 2024 bezwaar gemaakt, en de termijn voor de Dienst om te beslissen was op 27 september 2024 verstreken. Eiseres heeft de Dienst op 24 december 2024 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat de Dienst Toeslagen binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die in totaal € 453,50 bedragen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.