In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juni 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 oktober 2023 beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 13.305 opgelegd voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) met betrekking tot een Mercedes Benz GLE-klasse coupé AMG 43 4Matic. Belanghebbende had op 21 juni 2022 aangifte gedaan en een taxatierapport overgelegd, maar de rechtbank oordeelt dat het taxatierapport niet kan dienen ter onderbouwing van de schade op het moment van registratie of aangifte van de auto. De rechtbank stelt vast dat de auto op het moment van registratie schade had, maar dat de inspecteur hieraan geen schadebedrag had gekoppeld. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag te hoog is en dat belanghebbende recht heeft op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, vermindert de naheffingsaanslag tot € 10.691 en kent een schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende, waarvan € 417 voor rekening van de inspecteur en € 83 voor rekening van de Staat.