Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juli 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats 1] (België), belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
“ [adres 2] ”.
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen met betrekking tot de aanslagen IB/PVV en Zvw 2016 en de daarbij vastgestelde boetebeschikking en belastingrentebeschikkingen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar inzake de aanslagen IB/PVV en Zvw 2016 en de daarbij vastgestelde boetebeschikking en belastingrentebeschikkingen;
- vernietigt de aanslag IB/PVV 2016 en de daarbij vastgestelde boetebeschikking en belastingrentebeschikking;
- vernietigt de aanslag Zvw 2016 en de daarbij vastgestelde belastingrentebeschikking;
- verklaart de beroepen met betrekking tot de aanslagen IB/PVV en Zvw 2017 ongegrond;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 1.360,50 aan proceskosten aan belanghebbende.