ECLI:NL:RBZWB:2025:4630

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
BRE 24/6457
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van Wajong-uitkering wegens niet duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juli 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres had op 18 augustus 2021 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke door het UWV op 13 januari 2022 werd afgewezen. Het UWV stelde dat eiseres geen arbeidsvermogen had, maar dat er in de toekomst mogelijk wel arbeidsvermogen kon ontstaan. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het UWV handhaafde zijn standpunt in een besluit van 16 juli 2024. De rechtbank behandelde de zaak op 3 juli 2025, waarbij de gemachtigde van eiseres en haar moeder aanwezig waren, en mr. N. Regragui namens het UWV. De rechtbank concludeert dat het UWV op goede gronden heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Eiseres heeft geen basale werknemersvaardigheden en het ontbreken van arbeidsvermogen is niet duurzaam, aangezien er mogelijkheden zijn voor verbetering door behandeling. De rechtbank oordeelt dat de behandeling die het UWV voorstelt, namelijk een Mentalized-Based Treatment (MBT), geschikt is voor eiseres, ondanks haar twijfels over de effectiviteit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres om schadevergoeding en het aanstellen van een deskundige af. De uitspraak benadrukt dat recht op een Wajong-uitkering pas ontstaat als er duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zijn.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/6457 Wajong

uitspraak van 17 juli 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

gemachtigde: [gemachtigde] ,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Breda), verweerder.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
Het UWV heeft de aanvraag met het besluit van 13 januari 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 16 juli 2024 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 3 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de moeder van eiseres. Namens het UWV was mr. N. Regragui aanwezig.

Totstandkoming van het bestreden besluit

Feiten
1. Eiseres, geboren op [datum] 2002, heeft op 18 augustus 2021 een aanvraag gedaan voor een Wajong-uitkering.
1.2
Met het besluit van 13 januari 2022 heeft het UWV geweigerd om een Wajong-uitkering toe te kennen. Aan eiseres is meegedeeld dat zij geen arbeidsvermogen heeft, maar dat het UWV verwacht dat zij in de toekomst mogelijk wel arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
1.3
Met het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Zij doet dat onder meer aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
2.1
De rechtbank is van oordeel dat het UWV op goede gronden heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wettelijk kader
3. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Is het dossier compleet?
4. Voordat de rechtbank aan de inhoudelijke beoordeling toekomt, zal eerst beoordeeld worden of het dossier, zoals dat door het UWV is overgelegd, compleet is. Eiseres heeft namelijk gesteld dat het UWV niet alle relevante stukken heeft overgelegd. Het gaat dan om de e-mails die de arbeidsdeskundige heeft ontvangen van [hulpverlening 1] en de [hulpverlening 2] en de reactie van de Viersprong op de brief van het UWV van 23 april 2024.
4.1
Uit het rapport van de arbeidsdeskundige van 12 januari 2022 blijkt dat de e-mails die hij heeft ontvangen, integraal zijn opgenomen in zijn rapportage. De rechtbank heeft geen aanleiding te twijfelen aan de weergave daarvan. Niet kan worden ingezien wat de toegevoegde waarde is om alsnog de oorspronkelijke e-mails over te leggen. Het UWV heeft dan ook kunnen volstaan met het overleggen van het rapport van de arbeidsdeskundige.
4.2
De reactie van de Viersprong op de brief van 23 april 2024 is telefonisch gegeven en een weergave van dat telefoongesprek is opgenomen in de rapportage van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) van 28 mei 2024 [1] . Eiseres wordt dan ook niet gevolgd in haar stelling dat het UWV niet alle relevante op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd.
Moeten stukken buiten beschouwing worden gelaten?5. Ter zitting heeft eiseres toegelicht waarom zij vindt dat de informatie van [ggz-aanbieder] van 15 mei 2024 buiten beschouwing moet worden gelaten. Volgens eiseres heeft [ggz-aanbieder] geen hoor/wederhoor toegepast, voordat de informatie aan het UWV was gezonden.
5.1
Niet (langer) in geschil is dat eiseres het UWV heeft gemachtigd medische informatie in te winnen bij [ggz-aanbieder]. Een eventueel gebrek van [ggz-aanbieder] maakt niet dat deze informatie niet betrokken kan worden bij de beoordeling. Overigens ziet de rechtbank het belang van eiseres bij buiten toepassing laten van deze brief niet. De brief van [ggz-aanbieder] van 15 mei 2024 bevat immers geen wezenlijk andere informatie dan de informatie die al eerder bekend was bij het UWV. De opmerking van eiseres dat zij nu niet in de gelegenheid is geweest haar bezwaren tegen de voorgestelde behandeling naar voren te brengen, volgt de rechtbank niet. In de brief van [ggz-aanbieder] van 10 februari 2022 is immers uitgebreid weergegeven waarom eiseres de voorgestelde behandeling niet wil volgen.. De rechtbank zal de brief van [ggz-aanbieder] van 15 mei 2024 dan ook betrekken bij zijn oordeel.
Medisch onderzoek
6. Aan het bestreden besluit ligt een onderzoek door een arts en een verzekeringsarts b&b ten grondslag.
6.1
De arts heeft gerapporteerd dat er bij eiseres sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) en een autisme spectrum stoornis (ASS). Daarnaast is er sprake van persoonlijke en omgevingsfactoren die het functioneren negatief beïnvloeden. Eiseres wordt in staat geacht om 1 uur aaneengesloten te werken en zij is 4 uur per dag belastbaar. De arts neemt beperkingen aan, maar vindt de beperkingen niet duurzaam. Er wordt nog een behandeling opgestart waarbij verbetering wordt verwacht in het functioneren.
6.2
Ook de verzekeringsarts b&b heeft gerapporteerd dat eiseres in staat is 1 uur aaneengesloten te werken. Eiseres heeft belemmeringen in contacten met andere mensen en in het omgaan met stress. De verzekeringsarts b&b is van mening dat er nog behandeling mogelijk is, gericht op het beter begrijpen van het gedrag van zichzelf en van anderen. Bij [ggz-aanbieder] kan zij een Mentalized-Based Treatment behandeling (MBT) volgen, waarbij ook rekening wordt gehouden met het feit dat eiseres autisme heeft. Verder bleek uit informatie van GGZ dat er ook nog andere behandelopties werden gezien, maar dat deze niet specifiek zijn benoemd. Dat eiseres de MBT behandeling niet wil volgen, maakt niet dat de mogelijkheid van behandeling vervalt. Als eiseres de behandeling volgt, kan een afname worden verwacht van een aantal beperkingen.
Arbeidskundig onderzoek
7. Ook een arbeidsdeskundige en een arbeidsdeskundige b&b hebben onderzoek gedaan.
7.1
De arbeidsdeskundige heeft de voorwaarden om te kunnen functioneren in een werkomgeving beschreven. Hij is, in samenspraak met de verzekeringsarts b&b, van mening dat eiseres geen basale werknemersvaardigheden heeft. Bij dit overleg is ook de informatie betrokken die de arbeidsdeskundige via de e-mail van [hulpverlening 1] en de [hulpverlening 2] heeft ontvangen. Met de verzekeringsarts is de arbeidsdeskundige van mening dat niet uitgesloten is dat eiseres nog basale werknemersvaardigheden kan ontwikkelen.
Arbeidsdeskundige b&b
7.2
De arbeidsdeskundige b&b heeft, rekening houdend met de te verwachten afname van beperkingen, zoals door de verzekeringsarts b&b gerapporteerd, gesteld dat eiseres basale werknemersvaardigheden kan ontwikkelen. Zeker gezien het feit dat er bij eiseres geen sprake is van cognitieve beperkingen. In verband met het ontbreken van basale werknemersvaardigheden is niet toegekomen aan het duiden van een taak. Op basis van de ingeschatte mogelijke toename van belastbaarheid zijn er wel zeker diverse taken aan te wijzen die eiseres zou kunnen verrichten. zoals bijvoorbeeld het vullen of uitruimen van een afwasmachine, het plukken van champignons of inpakken. De arbeidsdeskundige b&b is daarom van mening dat eiseres nog arbeidsvermogen kan ontwikkelen.
Standpunt eiseres
8. Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat zij geen arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Volgens eiseres is er sprake van een onderzoeksgebrek. Het UWV heeft zijn oordeel uitsluitend gebaseerd op een MBT-behandeling die volgens [ggz-aanbieder] nog ingezet kan worden. Het UWV heeft echter nagelaten te onderzoeken of er een contra-indicatie is bij een comborbide diagnose ASS en BPS. Daarbij heeft eiseres verwezen naar een standaard voor de behandeling van DIS/AGDS waarin is opgenomen dat autisme een contra-indicatie oplevert voor de MBT-behandeling. [2] Ook heeft het UWV geen navraag gedaan bij haar begeleiders. Volgens eiseres is niet bewezen dat MBT effectief is bij personen met haar diagnoses. Er is ook geen wetenschappelijk bewijs dat MBT leidt tot vermindering van de bij eiseres vastgestelde beperkingen. Het UWV heeft ook niet geconcretiseerd welke beperkingen zouden afnemen, in welke mate en in welk tijdsbestek. Hierdoor lijdt het besluit aan een motiveringsplicht. Verder heeft eiseres nog opgemerkt dat uit de beschikbare informatie niet blijkt op welke wijze de voorgestelde MBT-behandeling concreet zou worden afgestemd op de bij haar gestelde diagnoses en de bekende problemen ten aanzien van therapie. Daarbij geldt dat het gebrek aan therapietrouw niet aan eiseres te verwijten is, omdat het voortvloeit uit haar psychische aandoeningen.
8.1
Eiseres is van mening dat de informatie verstrekt door mevrouw [naam] van [ggz-aanbieder] niet kan gelden als een zorgvuldig tot stand gekomen behandeladvies. Volgens eiseres is mevrouw [naam] niet direct betrokken geweest bij de behandeling van eiseres. Eiseres heeft haar bezwaren tegen de voorgestelde behandeling kenbaar gemaakt en deze zijn ook opgenomen in de brief van [ggz-aanbieder] van 10 februari 2022. Hierover zijn door het UWV echter geen vragen gesteld aan [ggz-aanbieder]. Zonder die informatie kan niet worden vastgesteld of het behandeltraject uitvoerbaar en passend is.
8.2
Eiseres heeft de rechtbank gevraagd een deskundige te benoemen en zelf in de zaak te voorzien. Verder heeft eiseres verzocht om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente.
Standpunt UWV
9. Het UWV heeft gesteld dat de standaard waarnaar eiseres verwijst betrekking heeft op diagnoses die niet op eiseres van toepassing zijn. Volgens het UWV is er sprake van een zorgvuldig onderzoek. Het UWV benadrukt dat de verzekeringsarts zich uitspreekt over de ontwikkeling van de mogelijkheden, uitgaande van de medische situatie in de periode van het 18e jaar tot de datum van de aanvraag. Het feit dat eiseres de behandeling (vooralsnog) niet wenst te volgen, maakt niet dat de behandeling als mogelijkheid vervalt. Het UWV betwist dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Het stappenplan is gevolgd en de verzekeringsarts b&b heeft op navolgbare wijze uiteengezet welk effect de behandeling zal hebben. De arbeidsdeskundige b&b heeft geoordeeld dat na adequate behandeling eiseres kan beschikken over basale werknemersvaardigheden.
Overwegingen rechtbank
10
.Recht op een Wajong-uitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft. Niet in geschil is dat eiseres geen basale werknemersvaardigheden heeft en dat zij daarom geen arbeidsvermogen heeft. In geschil is uitsluitend of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is.
10.1
De beoordeling van de duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen betreft een inschatting van de kansen op verbetering van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen). Duurzaamheid op grond van de Wajong wordt aangenomen in een situatie waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet meer kunnen ontwikkelen. Gelet op de wetsgeschiedenis is hiervan sprake als een betrokkene geen enkel perspectief meer heeft op ontwikkeling en herstel is uitgesloten. Als het UWV stelt dat duurzaamheid ontbreekt, hoeft het UWV niet te onderbouwen dat een betrokkene in de toekomst zal beschikken over arbeidsvermogen. Het UWV moet in zo’n geval wel aannemelijk maken dat de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich in de toekomst op een dusdanige wijze kunnen ontwikkelen dat niet uitgesloten is dat op termijn arbeidsvermogen zal kunnen ontstaan. Daarbij zijn van belang de bij betrokkene bestaande mogelijkheden tot verbetering van belastbaarheid, verdere ontwikkeling en toename van bekwaamheden. [3]
Welke behandeling zou eiseres nog kunnen volgen?
10.2
Uit de beschikbare medische informatie blijkt dat eiseres, onder andere, onder behandeling is geweest [ggz-aanbieder]. Vanuit [ggz-aanbieder] is informatie ontvangen waaruit blijkt dat de behandeling MBT is voorgesteld aan eiseres. Op expliciete navraag van de verzekeringsarts b&b heeft mevrouw [naam] van [ggz-aanbieder] op 28 mei 2024 telefonisch meegedeeld dat autisme geen contra-indicatie is voor het volgen van deze behandeling. Toegelicht is dat bij [ggz-aanbieder] de therapie juist op cliënten en hun problematiek wordt aangepast, ook als zij een autisme spectrum stoornis hebben. De stelling van eiseres dat wel sprake is van een contra-indicatie in het geval van eiseres is niet onderbouwd met stukken. Uit de website van de GGZ kan in ieder geval niet worden opgemaakt dat MBT geen adequate behandeling voor eiseres zou zijn. Los van het gegeven dat het op de website gaat om algemene informatie, is de contra-indicatie in de standaard op de website gegeven voor de behandeling van DIS/AGDS. Hiervan is bij eiseres geen sprake zodat die algemene informatie geen onderbouwing geeft voor een contra-indicatie in het geval van eiseres. Dat de Viersprong de behandeling niet bij eiseres wilde inzetten, betekent niet dat er een contra-indicatie is. Integendeel, uit de telefonische verklaring van de Viersprong [4] blijkt dat de Viersprong eiseres juist naar de [ggz-aanbieder] heeft doorverwezen, omdat daar de dubbele problematiek van eiseres wel behandeld kan worden. Dit is in het telefoongesprek dat de verzekeringsarts b&b met mevrouw [naam] op 28 mei 2024 heeft gehad, bevestigd. Verder kan ook niet worden ingezien waarom [ggz-aanbieder] een behandeling zou voorstellen waarvan bij voorbaat al duidelijk is dat eiseres deze, gelet op de bij haar gestelde diagnoses, niet zou kunnen volgen.
10.3
Dat de informatie over de voorgestelde behandeling is verstrekt door mevrouw [naam], GZ-psycholoog/ orthopedagoog bij [ggz-aanbieder] (al dan niet in de hoedanigheid van regiebehandelaar) betekent niet dat deze informatie een onjuiste weergave zou geven van de voorgestelde behandelingen. Anders dan door eiseres is gesteld heeft mevrouw [naam] in de brief van 15 mei 2024 vermeld dat zij destijds ook betrokken is geweest bij de behandeling van eiseres. Los echter van de vraag of mevrouw [naam] nu wel of niet direct betrokken is geweest bij de behandeling kan informatie over destijds voorgestelde behadelingen uit het medische dossier van eiseres worden gehaald. De rechtbank heeft dan ook geen aanleiding te veronderstellen dat de door mevrouw [naam] verstrekte informatie geen juiste weergave zou zijn van de destijds voorgestelde behandeling. Overigens heeft eiseres zelf bij haar Wajong-aanvraag aangegeven dat mevrouw [naam] haar behandelaar is en heeft zij zelf ook, ter ondersteuning van haar aanvraag en tijdens de bezwaarprocedure, informatie van mevrouw [naam] overgelegd.
10.4
Gelet op alles wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de behandelaars van eiseres de MBT behandeling als een voor eiseres geschikte behandeling hebben gezien en ook aan eiseres hebben voorgesteld. Het UWV heeft daarom geen verder onderzoek hoeven te doen naar eventuele contra-indicaties.
Is eiseres in staat de behandeling te kunnen volgen?
10.5
Bij de beoordeling of er sprake is van duurzaamheid zal ook betrokken moeten
worden waarom iemand een voorgestelde behandeling niet volgt. Als van de persoonlijke
omstandigheden of de persoonlijkheid van cliënt een blokkerende werking uitgaat bij de ontwikkeling van arbeidsvermogen, wordt hiermee bij de beoordeling geen rekening gehouden, tenzij het ziekteproces of de handicap zelf daartoe aanleiding geven. De gedachte hierachter is dat cliënt er alles aan moet doen om arbeidsvermogen te ontwikkelen, ook als het gaat om het aanpassen van zijn persoonlijke gedragingen of omstandigheden. [5]
10.6
Uit de brief van [ggz-aanbieder] van 10 februari 2022 blijkt dat eiseres eerst had ingestemd met de behandeling. Later is zij daarop teruggekomen. Als reden hiervoor is aangegeven dat eiseres er geen vertrouwen in heeft dat het haar gaat lukken om meerdere malen naar de GGZ te komen en dat ze er weinig vertrouwen in heeft dat de behandeling haar zal gaan helpen. Zij vindt het traject te lang en te intensief en is ervan overtuigd dat zij nog niet klaar is voor het traject. Ook de moeder van eiseres heeft in haar e-mail van 7 januari 2022 aangegeven dat eiseres gaat stoppen bij de GGZ, omdat zij daar nu een aantal jaren onder behandeling is en het haar niets heeft gebracht, waardoor haar vertrouwen nihil is.
10.7
Uit de hiervoor genoemde brief en e-mail kan niet opgemaakt worden dat eiseres, vanwege haar beperkingen, niet in staat is de voorgestelde behandeling te volgen. Het niet willen volgen van de behandeling lijkt eerder ingegeven door het ontbreken van vertrouwen dat eiseres in de resultaten van de behandeling heeft. Er zijn verder ook geen andere (medische) stukken waaruit blijkt dat er bij eiseres sprake is van onvermogen om de voorgestelde behandeling te volgen. De rechtbank begrijpt dat eiseres haar twijfels heeft om, na diverse behandelingen die niet alle het gewenste resultaat hebben gehad, opnieuw aan een nieuwe, intensieve behandeling te beginnen. Deze twijfels kunnen echter niet betrokken worden bij de beoordeling of zij recht heeft op een Wajong-uitkering. [6] Zoals onder 10.4 al is overwogen neemt de rechtbank als vaststaand aan dat de behandelaars van eiseres de MBT-behandeling geschikt vonden voor eiseres. Hieruit volgt dat de behandelaars eiseres ook in staat hebben geacht deze behandeling te volgen.
10.8
De stelling van eiseres dat uit de verklaring van haar begeleider blijkt dat er sprake is van structureel onvermogen en geen onwil om zich te laten begeleiden en dat hiermee onderbouwd wordt dat eiseres niet leerbaar is, volgt de rechtbank niet. Deze begeleider is immers geen medicus en zijn ervaringen hebben geen betrekking op de periode in geding. Verder is van belang dat uit zijn verklaring blijkt dat eiseres met name overprikkeld raakt door activiteiten in een groep. Dat eiseres beperkt is voor het verrichten van een taak in een groep is ook onderkend door de verzekeringsartsen. Dit betekent echter niet dat eiseres de behandeling niet zou kunnen volgen. Eisers stelling dat de behandeling alleen in groepsverband kan worden gegeven, is verder niet onderbouwd met stukken en volgt ook niet uit de informatie die door [ggz-aanbieder] is verstrekt over de aard van de behandeling. Omdat er geen (medische) informatie is overgelegd waaruit blijkt dat eiseres om medische redenen de behandeling niet zou kunnen volgen, heeft de verzekeringsarts b&b terecht deze behandeling betrokken bij de vraag of de mogelijkheden van eiseres nog kunnen verbeteren.
Wat is het mogelijke resultaat van MBT?
10.9
In de brief van 15 mei 2024 van [ggz-aanbieder] is vermeld dat het doel van de MBT-behandeling is om het mentaliserend vermogen van eiseres te bevorderen. Hierdoor kunnen cliënten het gedrag van zichzelf en anderen beter gaan begrijpen. Verder is er in de behandeling veel aandacht voor langdurige stress en trauma die cliënten in hun jeugd ervaren hebben.
10.1
Uit de rapportage van de verzekeringsarts b&b van 28 mei 2024 blijkt dat de verzekeringsarts b&b de doelen van de behandeling betrokken heeft bij zijn beoordeling of de beperkingen naar verwachting zullen verminderen. Deze doelen zijn afgezet tegen de beperkingen die eiseres in haar functioneren heeft. De verzekeringsarts b&b heeft inzichtelijk gemotiveerd dat vanwege de behandeling verwacht mag worden dat eiseres het gedrag van zichzelf en anderen leert begrijpen. De conclusie van de verzekeringsarts b&b dat hierdoor de beperkingen op het gebied van het in groepsverband ondernemen van een taak, gevolgen van haar handelen overzien, respect/betrokkenheid en sympathie in relaties tonen en beantwoorden, omgaan met kritiek, hanteren van conflicten en zich sociaal passend gedragen, naar verwachting zullen verminderen, kan de rechtbank volgen. Anders dan eiseres heeft gesteld, heeft de verzekeringsarts b&b dus wel aangegeven welke beperkingen nog kunnen verminderen. Dat daarbij geen expliciet tijdspad is genoemd, is niet relevant.
Kan eiseres basale werknemersvaardigheden ontwikkelen?
10.11
De primaire arbeidsdeskundige heeft aangenomen dat eiseres nog geen werknemersvaardigheden heeft, omdat zij forse beperkingen heeft ten aanzien van communiceren, interacties, zich sociaal passend gedragen, hanteren van conflicten en omgaan met kritiek. Omdat deze beperkingen kunnen leiden tot stress, tegendraads of tegen zichzelf gekeerd gedrag of het weglopen uit de situatie, staat dit het begrijpen, onthouden en uitvoeren van instructies van de werkgever in de weg. Ook is zij hierdoor niet in staat afspraken met de werkgever na te komen.
10.12
Zoals uit de rapportage van de verzekeringsarts b&b blijkt is de MBT behandeling juist gericht op het verminderen van de beperkingen die belemmerend zijn voor het hebben van basale werknemersvaardigheden. De arbeidsdeskundige b&b heeft voldoende gemotiveerd dat, gelet op de te verwachten afname in beperkingen, in combinatie bezien met het feit dat eiseres geen cognitieve beperkingen heeft, op termijn kan beschikken over basale werknemersvaardigheden. Ook deze motivering kan de rechtbank volgen.
Welke taken zou eiseres kunnen verrichten?
10.13
Hoewel het bij de beoordeling of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is, niet (altijd) noodzakelijk is dat een taak wordt geduid [7] , heeft de arbeidsdeskundige b&b toch voorbeeldtaken genoemd. Op basis van de ingeschatte mogelijke toename van belastbaarheid heeft de arbeidsdeskundige b&b diverse taken aangewezen die eiseres zou kunnen uitvoeren (zoals vullen/uitruimen wasmachine, plukken champignons, inpakken). Ter zitting heeft eiseres erkend dat deze taken genoemd zijn. Gronden die betrekking hadden op het ontbreken van een voorbeeldtaak kunnen daarom onbesproken worden gelaten. Eiseres heeft verder ook geen inhoudelijke gronden tegen de voorgestelde taken naar voren gebracht. De rechtbank heeft dan ook geen aanleiding om eraan te twijfelen dat eiseres deze taken zou kunnen verrichten op het moment dat zij basale werknemersvaardigheden heeft.
Verzoek deskundige aan te stellen
10.14
Omdat de rechtbank geen twijfel heeft aan het oordeel van het UWV bestaat geen aanleiding een deskundige om advies te vragen. Het verzoek van eiseres wordt afgewezen.

Conclusie en gevolgen

11. Uit alles wat hiervoor is overwogen, volgt dat niet uitgesloten is dat eiseres nog arbeidsvermogen kan ontwikkelen. Dit betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Het UWV heeft dan ook terecht geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
11.1
Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard krijgt eiseres geen proceskostenvergoeding of een schadevergoeding (in de vorm van wettelijke rente). Ook krijgt eiseres het griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. van der Linden, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, op 17 juli 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Bijlage wettelijk kader
Wajong
Artikel 1a:1, eerste lid
Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b.na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Artikel 1a:1, tweede lid
De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
Artikel 1a:1, vierde lid
Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan de situatie waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
Artikel 1a:1, achtste lid
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld. Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (het Schattingsbesluit).
Schattingsbesluit
Artikel 1a, eerste lid
Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Artikel 1a, tweede lid
Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.

Voetnoten

1.Op bladzijde 6
2.Te vinden op de website van GGZ
4.Opgenomen in de rapportage van de verzekeringsarts b&b van 28 mei 2024
5.Compendium participatiewet blz. 67