In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 mei 2025, wordt de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door de gemeente Breda behandeld. Eiseres, die een woning huurt in [plaats 1], heeft op 7 december 2023 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in verband met haar woonkosten. De gemeente heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand en Regelingen Breda 2020. De rechtbank oordeelt dat de gemeente terecht heeft afgewezen, omdat eiseres niet in haar woning in [plaats 1] woont, maar in [plaats 2]. De rechtbank concludeert dat de kosten voor de woning in [plaats 1] niet als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt, aangezien eiseres daar niet woont. Eiseres heeft aangevoerd dat zij dubbele woonlasten heeft, maar de rechtbank stelt dat deze kosten voor haar rekening komen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen bijzondere bijstand ontvangt en ook geen griffierecht of proceskostenvergoeding krijgt.