ECLI:NL:CRVB:2021:2563
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor onderhoudskosten en woonkostentoeslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van aanvragen om bijzondere bijstand voor schilder- en kitwerkzaamheden en voor een woonkostentoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellant, die sinds 2008 bijstand ontvangt, heeft niet kunnen aantonen dat hij door bijzondere omstandigheden hogere onderhoudskosten heeft dan wat gebruikelijk is voor iemand met een bijstandsinkomen. De Raad oordeelt dat de kosten van schilder- en kitwerkzaamheden als algemeen noodzakelijke kosten van bestaan worden beschouwd en dat appellant deze kosten uit zijn bijstandsinkomen moet kunnen betalen. De aanvragen om bijzondere bijstand zijn afgewezen omdat appellant niet heeft aangetoond dat hij niet kon reserveren voor deze kosten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam, die de afwijzingen van de aanvragen terecht ongegrond heeft verklaard. De Beleidsregels over de woonkostentoeslag zijn als buitenwettelijk begunstigend beleid aangemerkt, wat betekent dat de rechter geen ruimte heeft om de werkelijke onderhoudskosten van appellant in overweging te nemen. De uitspraak benadrukt dat de rechterlijke toetsing beperkt is tot de vraag of het bestuursorgaan het beleid consequent heeft toegepast.