ECLI:NL:RBZWB:2025:5729
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Studiekostenovereenkomst en goed werkgeverschap in arbeidsrelatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkgever en een werknemer over de terugvordering van studiekosten. De werknemer, die op 10 oktober 2022 in dienst trad als leerling-monteur, had een studiekostenovereenkomst getekend met de werkgever, waarin stond dat bij voortijdig vertrek een deel van de studiekosten terugbetaald moest worden. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet verlengd en vorderde € 6.000 aan studiekosten terug, welke was verrekend met het loon van de werknemer. De werknemer verweerde zich door te stellen dat de voorwaarden van de terugbetalingsregeling onduidelijk waren en dat hij niet zelf had gekozen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet in strijd met goed werkgeverschap handelde door de studiekosten terug te vorderen, maar dat de omstandigheden van de zaak de terugvordering onaanvaardbaar maakten. De werkgever had het initiatief genomen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, en er was onvoldoende bewijs dat de werknemer had bijgedragen aan het gebrek aan vertrouwen van de werkgever. Hierdoor werd de vordering van de werkgever afgewezen en werd deze veroordeeld in de proceskosten van de werknemer. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met studiekostenbedingen en de verplichtingen die voortvloeien uit goed werkgeverschap.