Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2025 in de zaken tussen
[belanghebbende] , gevestigd te [plaats 1] , belanghebbende,
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.De aanslagen OZB eigenaarsdeel en gebruikersdeel blijven voor beide objecten in stand. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de bij beschikking vastgestelde waarde van het object aan de [adres 1] tot € 8.150.000 en vermindert de aanslagen OZB eigenaarsdeel en gebruikersdeel dienovereenkomstig;
- vermindert de bij beschikking vastgestelde waarde van het object aan de [adres 2] tot € 5.300.000 en vermindert de aanslagen OZB eigenaarsdeel en gebruikersdeel dienovereenkomstig;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 416;
- veroordeelt de Staat tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 2.084;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 4.631 aan proceskosten aan belanghebbende;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 365 aan belanghebbende moet vergoeden.