ECLI:NL:RBZWB:2025:7686
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep ontvankelijkheid en verzoek om schadevergoeding inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2021
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 november 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. Het beroep betreft een verzoek om schadevergoeding in verband met de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2021. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is, ondanks dat het te laat is ingediend. De termijnoverschrijding wordt als verschoonbaar beschouwd, omdat de belanghebbende in eerste instantie een dagvaarding heeft ingesteld bij de kantonrechter, in de veronderstelling dat deze bevoegd was. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding echter af, omdat er geen gronden zijn aangevoerd tegen de aanslag zelf en de rechtbank geen bevoegdheid heeft om schadevergoeding toe te kennen in deze procedure. De rechtbank concludeert dat de aanslag IB/PVV 2021 terecht is opgelegd en dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad door de Belastingdienst. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.