Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2025 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout
Samenvatting
Procesverloop
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Beoordeling door de rechtbank
Uit vaste rechtspraak volgt dat verkoopactiviteiten op Marktplaats in beginsel worden toegerekend aan de persoon die het in de advertenties vermelde telefoonnummer gebruikt. [4] Eisers hebben daar onvoldoende tegen ingebracht om die vooronderstelling te ontkrachten. Anders dan eisers betogen, kan aan de verklaring van hun zoon dat het zijn advertenties op Marktplaats waren niet de betekenis worden toegekend die eisers daaraan toedichten. Dit betreft een verklaring van een niet objectieve derde die onvoldoende wordt ondersteund door objectieve en verifieerbare gegevens. [5] Daarnaast heeft eiser in het gesprek van 10 september 2024 erkend dat hij bereikbaar was voor advies en communicatie over de advertenties en heeft hij ter zitting bij de voorzieningenrechter aangegeven dat hij ook afspraken gemaakt heeft met potentiële kopers.
De rechtbank gaat er daarom van uit dat er sprake is van handelsactiviteiten. [8] Dat, zoals eisers hebben gesteld, veelal sprake is van herhaalde advertenties voor goederen die niet zijn verkocht, maakt, gelet op het aantal advertenties, niet dat het gaat om incidentele verkoop. Daarbij komt dat eisers hun stelling dat veel advertenties zijn herhaald niet aan de hand van controleerbare gegevens aannemelijk hebben gemaakt. Alleen op basis van de korte omschrijving in de titel van de advertentie van het te koop aangeboden goed is dit niet vast te stellen. Voor zover sprake zou zijn van herhaling, geldt overigens dat die herhaling juist bij handel past. [9] Ook de stelling van eisers dat veel van de aangeboden advertenties bovendien niet tot een daadwerkelijke verkoop hebben geleid, leidt niet tot een ander oordeel. Anders dan eisers hebben betoogd hoeven handelsactiviteiten niet pas te worden gemeld nadat de goederen zijn verkocht. [10] Door deze activiteiten niet bij het college te melden, hebben eisers de op hen rustende inlichtingenverplichting geschonden.