ECLI:NL:CRVB:2025:1387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- M.F. Wagner
- J.J. Janssen
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door handelsactiviteiten op Marktplaats
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten door het college van burgemeester en wethouders van Breda. De intrekking is gebaseerd op de schending van de inlichtingenverplichting, omdat appellanten hun handelsactiviteiten op Marktplaats niet hebben gemeld. De Raad voor de Rechtspraak heeft op 16 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is bevestigd. Appellanten ontvingen sinds 1 november 2017 bijstand op grond van de Participatiewet. Na een anonieme melding over de verkoop van gestolen goederen via Marktplaats, heeft een buitengewoon opsporingsambtenaar onderzoek gedaan. Dit onderzoek toonde aan dat appellanten in de periode van 20 september 2017 tot 11 oktober 2021 in totaal 370 advertenties op Marktplaats hebben geplaatst. De Raad oordeelt dat de activiteiten van appellanten niet kunnen worden aangemerkt als incidentele verkoop van privégoederen, maar als handel, wat betekent dat zij hun inlichtingenverplichting hebben geschonden. Appellanten hebben aangevoerd dat het college onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat zij hun inlichtingenverplichting niet hebben geschonden, maar de Raad heeft deze argumenten verworpen. De Raad concludeert dat de intrekking en terugvordering van bijstand in stand blijven, omdat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht hadden op bijstand. De Raad heeft ook de argumenten van appellanten over dringende redenen voor terugvordering afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren.