Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 15 december 2025 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] uit [plaats] , eiser,
Samenvatting
Feiten en omstandigheden
Procesverloop
27 oktober 2021 eisers loongerelateerde WGA-uitkering omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering vanaf 26 december 2021. Het UWV heeft eiser meegedeeld dat uitbetaling van zijn uitkering middels een voorschot verloopt op basis van een schatting van zijn inkomsten, waarna eiser nog een brief met een definitieve berekening zal ontvangen op basis van gegevens van de Belastingdienst.
13 december 2024 (bestreden besluit) eisers bezwaar gegrond verklaard en de hoogte van de terugvordering gewijzigd naar € 8.883,54 bruto. Het UWV heeft namelijk geoordeeld dat eiser niet meer hoeft terug te betalen over de maanden november en december 2023, omdat het UWV het voorschot vanaf 1 november 2023 op nihil had moeten vaststellen. Het UWV heeft eisers proceskosten, bestaande uit reiskosten, vergoed. Eiser is het niet eens met dit besluit en heeft daarom bij deze rechtbank beroep ingesteld.
Beoordeling door de rechtbank
€ 8.883,54 bruto te veel heeft ontvangen over de periode van 1 januari 2023 tot en met
31 oktober 2023.
Overwegingen van de rechtbank
16 oktober 2023 heeft gemeld dat zijn inkomsten uit arbeid als zelfstandige hoger waren geworden, is de verstrekking van WIA-voorschotten in de te beoordelen periode door het UWV gecontinueerd op basis van de eerder bij het UWV bekende gegevens. Zoals onder 8.3. is overwogen, slaagt eisers stelling dat hem in (telefoon)gesprekken door het UWV is meegedeeld dat zijn WIA-uitkering hoger zou worden als hij meer zou gaan verdienen niet, nu deze niet met bewijsstukken is onderbouwd.