ECLI:NL:RVS:2006:AX4378
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- M. Ottevanger
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen bestuurlijke boete opgelegd door Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de Raad van State op 17 mei 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Verzoekster, de besloten vennootschap Domino 1 B.V., had een bestuurlijke boete opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 7 juni 2005, op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. Verzoekster heeft tegen dit besluit hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde dat de uitvoering van de boete haar in financiële problemen zou brengen. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 4 mei 2006 ter zitting behandeld, waarbij zowel verzoekster als de Staatssecretaris vertegenwoordigd waren. Tijdens de zitting heeft verzoekster verklaard dat de boete, indien deze geïnd zou worden, zou leiden tot grote financiële problemen. Echter, de Voorzitter oordeelde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat zij in een financiële noodsituatie zou komen door de boete. De overgelegde verklaring van een accountant bood geen voldoende onderbouwing voor het verzoek. Aangezien het verzoek ontbrak aan het noodzakelijke spoedeisende belang, werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De Voorzitter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 mei 2006.