ECLI:NL:RVS:2018:3960

Raad van State

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
5 december 2018
Zaaknummer
201802636/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

Op 5 december 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellant] tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 februari 2018. In deze eerdere uitspraak had de rechtbank beslist op verschillende beroepen van [appellant] die verband hielden met verzoeken om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd voor één van de beroepen, verklaarde een aantal beroepen niet-ontvankelijk en verklaarde andere beroepen ongegrond. Tevens werden verzoeken om schadevergoeding van [appellant] afgewezen. Tegen deze uitspraak ging [appellant] in hoger beroep.

Tijdens de zitting op 28 november 2018 heeft de Afdeling de zaak behandeld, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard vertegenwoordigd was door mr. A.G.M. Ostojic-Hanssen. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank in haar eerdere uitspraak terecht had geoordeeld dat [appellant] misbruik van recht had gemaakt. Dit oordeel werd ondersteund door eerdere uitspraken van de Afdeling waarin vergelijkbare feiten aan de orde waren.

De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding vastgesteld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 december 2018.

Uitspraak

201802636/1/A3.
Datum uitspraak: 5 december 2018
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Rhoon, gemeente Albrandswaard,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 februari 2018 in zaken nrs. 15/7004, 16/209, 16/8387, 17/266, 17/267, 17/268, 17/269, 17/1170, 17/2571, 17/2573, 17/2574, 17/3907, 17/3908, 17/3920 en  17/4482 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard.
Procesverloop
Bij uitspraak van 15 februari 2018 heeft de rechtbank beslist op een aantal beroepen van [appellant] in procedures naar aanleiding van door hem ingediende verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard van één van deze beroepen kennis te nemen, een aantal beroepen niet-ontvankelijk verklaard en een aantal beroepen ongegrond verklaard. Voorts heeft de rechtbank verzoeken van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 november 2018, waar het college, vertegenwoordigd door mr. A.G.M. Ostojic-Hanssen, is verschenen.
Overwegingen
1.    De rechtbank heeft haar beslissingen in de aangevallen uitspraak grotendeels gebaseerd op het oordeel dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt. Hetgeen [appellant] in hoger beroep naar voren brengt, biedt geen aanleiding om de aangevallen uitspraak onjuist te achten. Hierbij is van belang dat de Afdeling in de uitspraken van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2290, ECLI:NL:RVS:2018:2291 en ECLI:NL:RVS:2018:2345 heeft geoordeeld dat [appellant] in de desbetreffende zaken misbruik van recht heeft gemaakt. De feiten in die zaken zijn vergelijkbaar met de feiten in de thans voorliggende zaak.
2.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
3.    Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. Hartsuiker, griffier.
w.g. Slump    w.g. Hartsuiker
lid van de enkelvoudige kamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 december 2018
620.