ECLI:NL:RVS:2022:3322
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot intrekking verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 september 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had in hoger beroep beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 1 juni 2022 het beroep van de vreemdeling tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ongegrond had verklaard. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 5 augustus 2021 besloten om de verblijfsvergunning in te trekken.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de vreemdeling als de staatssecretaris afgewogen en besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 759,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel als griffier.