ECLI:NL:RVS:2023:3493
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 14 september 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 12 juli 2023 besloten om de aanvraag niet-ontvankelijk te verklaren. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. I.M. Zuidhoek, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen. De rechtbank verklaarde op 10 augustus 2023 het beroep ongegrond, waarop de vreemdeling in hoger beroep ging.
De Raad van State overwoog dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. De rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde is, is eerder door de Afdeling beantwoord in een uitspraak van 24 juni 2022, waarin de situatie in Italië voor statushouders werd besproken. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond is. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 14 september 2023.