ECLI:NL:RVS:2023:4311
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 22 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 2 augustus 2023, hield in dat de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel werd opgelegd. De rechtbank Den Haag had op 20 september 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.L. Sarin, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoord moeten worden. De Afdeling merkte op dat de rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde was, eerder door de Afdeling was beantwoord in een uitspraak van 1 november 2023. De Afdeling zag ook ambtshalve geen reden om de grensdetentie onrechtmatig te achten.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd vastgesteld door mr. B. Meijer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.W.A. Weber, griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 22 november 2023.