ECLI:NL:RVS:2023:520
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Spanje
Op 7 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een verzoek om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 29 december 2022 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.W.M. van Erp, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 1 februari 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat voor Spanje in zijn geval niet kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De voorzieningenrechter verwijst naar eerdere uitspraken en rapporten, waaronder het AIDA-rapport over Spanje, en concludeert dat het hoger beroep ongegrond is. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De beslissing van de voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 februari 2023.