ECLI:NL:RVS:2024:2080
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag
Op 17 mei 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 21 september 2023 de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, verklaarde op 4 december 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. de Vries, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State overwoog dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij zijn doel had bereikt. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog had behandeld en er geen proceskosten vergoed hoefden te worden.
De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van hoger beroep in bestuursrechtelijke procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op vreemdelingenrecht. De beslissing werd genomen door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. J. van de Kolk, griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 mei 2024.