ECLI:NL:RVS:2024:2342
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 11 januari 2023 haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen. De rechtbank heeft op 16 februari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.A. Hardoar, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris, na het instellen van het hoger beroep, de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar hoger beroep, aangezien zij haar doel heeft bereikt. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken om deze overweging te onderbouwen.
Uiteindelijk verklaart de Raad van State het hoger beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder wordt behandeld. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen als gevolg van tijdsverloop, en niet omdat hij tegemoet is gekomen aan de vreemdeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van griffier mr. J. van de Kolk, en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2024.