ECLI:NL:RVS:2024:3141
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel niet-ontvankelijk verklaard
Op 1 augustus 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 26 april 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling op 31 juli 2023 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Kalu-Mollema, hoger beroep ingesteld.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de minister van Asiel en Migratie de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State oordeelde dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij zijn doel had bereikt. De Raad van State verklaarde het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk. Tevens werd bepaald dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden, omdat de asielaanvraag als gevolg van tijdsverloop alsnog in behandeling was genomen.
De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van hoger beroep in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het handelen van de minister in asielzaken. De beslissing werd genomen door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Duyster, griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 augustus 2024.