ECLI:NL:RVS:2024:4562
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 15 juli 2024 werd genomen. De minister heeft de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, heeft op 4 september 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.A.M. Fikken, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Na het indienen van het hoger beroep heeft de minister de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. De Raad van State overweegt dat de vreemdeling hierdoor onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, aangezien hij zijn doel heeft bereikt. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling niet meer kan worden gehoord over de inhoud van de zaak.
De beslissing van de Raad van State is dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat hij de asielaanvraag pas na het hoger beroep in behandeling heeft genomen, wat betekent dat hij niet tegemoet is gekomen aan de vreemdeling. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 november 2024.