ECLI:NL:RVS:2025:4007

Raad van State

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
20 augustus 2025
Zaaknummer
202407125/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake bestuursrechtelijke besluiten en de rol van de Nationale ombudsman

Op 20 augustus 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] tot herziening van een eerdere uitspraak van 13 november 2024. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van [verzoeker] tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag gegrond verklaard, waarbij verschillende bestuursrechtelijke besluiten ongegrond werden verklaard en een beroep naar de Nationale ombudsman werd verwezen.

[Verzoeker] heeft de Afdeling verzocht om herziening van deze uitspraak, met het argument dat de uitkomst van zijn herzieningsverzoek afhankelijk is van een ander herzieningsverzoek dat gelijktijdig werd behandeld. De Afdeling heeft het verzoek op een zitting behandeld op 12 augustus 2025, waarbij [verzoeker] via een online videoverbinding aanwezig was.

De Afdeling heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het verzoek om herziening wordt afgewezen, en dat de ombudsman geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de Afdeling, in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202407125/1/A3.
Datum uitspraak: 20 augustus 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoeker], wonend in [woonplaats] (land),
verzoeker,
om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2024 in zaak nr. 202401698/1/A3.
Procesverloop
Bij uitspraak van 13 november 2024 in zaak nr. 202401698/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:4595) heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 maart 2024 in zaak nr. 23/5312 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van 25 juli 2023 ongegrond verklaard, het beroep tegen het besluit van 27 februari 2024 ongegrond verklaard en het beroep tegen het besluit van 19 juli 2024 naar de Nationale ombudsman (hierna: de ombudsman) verwezen om door hem als bezwaar te worden behandeld.
[verzoeker] heeft de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
De ombudsman heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[verzoeker] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft het verzoek op een zitting behandeld op 12 augustus 2025, waaraan [verzoeker] via een online videoverbinding heeft deelgenomen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag in zaak nr. 202407124/1/A3 heeft de Afdeling een verzoek van [verzoeker] om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 13 november 2024 in zaak nr. 202401694/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:4594) afgewezen. [verzoeker] heeft zich op het standpunt gesteld dat de uitkomst van het hier voorliggende herzieningsverzoek afhankelijk is van de uitkomst van het herzieningsverzoek in zaak nr. 202407124/1/A3. Het verzoek wordt daarom ook afgewezen.
2.       De ombudsman hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. C.C.W. Lange en mr. M. Soffers, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Hartsuiker, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzitter
w.g. Hartsuiker
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2025
620