ECLI:NL:CBB:2009:BI3578
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- F. Stuurop
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid van landbouwers voor niet-naleving van meststoffenregels
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 april 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarbij zijn bedrijfstoeslag voor het jaar 2006 was vastgesteld met een randvoorwaardenkorting van 1% vanwege niet-naleving van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De Minister had vastgesteld dat op een perceel landbouwgrond van appellant mest was uitgereden op een wijze die niet voldeed aan de eisen voor emissiearm aanwenden van meststoffen, zoals voorgeschreven in de relevante Europese verordeningen.
De procedure begon met een brief van appellant op 11 december 2007, waarin hij bezwaar maakte tegen het besluit van 22 november 2007. De AID had op 15 april 2004 een controle uitgevoerd en vastgesteld dat de mest niet op de juiste wijze was aangewend. Appellant stelde dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de handelingen van een loonbedrijf dat de mest had uitgereden, omdat hij erop vertrouwde dat dit bedrijf de regels zou naleven.
Het College oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor de naleving van de regels ook op de landbouwer rust, zelfs als derden betrokken zijn bij de uitvoering van werkzaamheden op zijn bedrijf. Het College concludeerde dat appellant, door zijn percelen ter beschikking te stellen voor het uitrijden van mest, het risico had aanvaard dat dit in strijd met de regelgeving zou gebeuren. Aangezien appellant niet voldoende had gedaan om te controleren of de regels werden nageleefd, kon de Minister de korting op de toeslag toepassen. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.