Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 oktober 2015 op het hoger beroep van:
de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM)
AFM
en
[naam 1] B.V., gevestigd te [plaats] , verweerster, en
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
€ 50.000,-- uit te geven geen bescherming behoeft. Afgezien van het feit dat een juiste waarde is overeengekomen, waren beleggers bij aanschaf van de [naam 3] -participaties bereid tot een dergelijke uitgave waardoor zij naar de ratio van artikel 5:2 Wft nu juist geen bescherming behoefden. Dat verweerster een ‘constructie’ zou hebben opgezet ter verkrijging van liquiditeit op de korte termijn is niet juist, daar de overeengekomen prijzen de economische waarde vertegenwoordigen die de participaties op dat moment hadden. Voorts hadden de beleggers ook zonder prospectus inzicht kunnen verwerven in de financiële positie van verweerster, aangezien haar jaarrekeningen zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel waar zij door eenieder kunnen worden geraadpleegd.
Beslissing
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt AFM in de proceskosten van verweerders tot een bedrag van € 980,--.