ECLI:NL:CBB:2025:349
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van de eindvoorraad vaste rundveemest onder de Meststoffenwet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vennootschap tegen een besluit van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overschrijding van de gebruiksnormen in de Meststoffenwet (Msw) in het jaar 2017. De vennootschap stelt dat de minister de eindvoorraad vaste rundveemest ten onrechte heeft vastgesteld op 444 ton, terwijl deze volgens de vennootschap 555 ton zou moeten zijn. De vennootschap heeft luchtfoto's en verklaringen van derden overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de vennootschap niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een extra opslag van 111 ton vaste mest. De rechtbank had eerder het beroep van de vennootschap gegrond verklaard, maar het College bevestigt nu de uitspraak van de rechtbank. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 30 juni 2025.