ECLI:NL:CRVB:2013:2317
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- E.E.V. Lenos
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen en toeslag wegens niet verzekerde jaren; Vertrouwensbeginsel niet geschonden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de korting op het AOW-pensioen en de toeslag van appellant, die in Frankrijk woont. Appellant en zijn echtgenote hebben tot 1979 in Nederland gewerkt en zijn in 1981 naar Frankrijk verhuisd. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft een korting van 18% op het AOW-pensioen van appellant en 54% op de toeslag van zijn echtgenote toegepast, omdat zij niet verzekerd waren voor de AOW gedurende bepaalde jaren. Appellant betwistte deze kortingen en stelde dat zijn echtgenote aanspraken kon ontlenen aan Bijlage VI van Verordening (EEG) nr. 1408/71, maar de Raad oordeelde dat de Svb terecht geen gelijkstelling heeft gemaakt tussen hun gezamenlijke huishouding en een huwelijk.
De Raad overwoog dat de gelijkstelling van ongehuwd samenwonenden met gehuwden enkel geldt voor de AOW en niet voor Bijlage VI van de verordening. De Svb heeft de gezamenlijke huishouding van appellant en zijn echtgenote terecht niet gelijkgesteld met een huwelijk, omdat de verordening geen bepaling bevat die dit mogelijk maakt. De Raad concludeerde dat de Svb niet gebonden is aan eventuele onjuiste mededelingen van het ABP over de verzekeringspositie van de echtgenote van appellant. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de verzekeringsjaren voor de AOW en de voorwaarden waaronder kortingen kunnen worden toegepast. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.