ECLI:NL:CRVB:2014:3039
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering participatiebudget en rechtmatige besteding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. Het geschil betreft de terugvordering van een bedrag van € 859.442,- door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van het college van burgemeester en wethouders van Gouda. De terugvordering is gebaseerd op de stelling dat dit bedrag onrechtmatig is besteed aan educatie binnen het kader van de Wet participatiebudget (Wpb). De Raad heeft vastgesteld dat de verantwoordingsinformatie door appellant tijdig en correct is ingediend, maar dat er onzekerheid bestond over de rechtmatigheid van de besteding van de rijksbijdrage educatie. De accountant had in een rapport van 29 april 2010 gerapporteerd dat het onduidelijk was of de besteding rechtmatig was, omdat appellant geen verantwoordingsinformatie van het ROC had ontvangen. Ondanks een aanvullend accountantsrapport van 11 juli 2011, waarin werd gesteld dat de rechtmatigheid was vastgesteld, heeft de Staatssecretaris de terugvordering gehandhaafd. De Raad heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris op de gerapporteerde onzekerheid mocht afgaan en dat de terugvordering terecht was. De Raad heeft de beroepsgronden van appellant, waaronder het beroep op het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, verworpen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard.