ECLI:NL:CRVB:2014:4181
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Verlaging kinderbijslag op grond van de Wet woonlandbeginsel voor kinderen die in Marokko wonen is in strijd met het internationale recht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de verlaging van de kinderbijslag voor kinderen die in Marokko wonen, op basis van de Wet woonlandbeginsel. De betrokkenen, die allen voor 1 juli 2012 kinderbijslag ontvingen, hebben bezwaar gemaakt tegen de aanpassing van de hoogte van de kinderbijslag, die is aangepast aan het kostenniveau van het land waar de kinderen wonen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft in hoger beroep gesteld dat de wijziging van de kinderbijslag niet in strijd is met het internationale recht, maar de Raad oordeelt dat de toepassing van het woonlandbeginsel in dit geval in strijd is met artikel 5 van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen Nederland en Marokko. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die eerder had geoordeeld dat de betrokkenen niet ongelijk behandeld mogen worden op basis van hun nationaliteit en dat de wijziging van de kinderbijslag niet gerechtvaardigd is. De Raad heeft de Svb veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en heeft bepaald dat het in hoger beroep betaalde griffierecht aan de betrokkenen wordt terugbetaald.