ECLI:NL:CRVB:2014:726

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 maart 2014
Publicatiedatum
5 maart 2014
Zaaknummer
12-2424 VALYS
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag hoog persoonlijk kilometerbudget door Argonaut

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Middelburg. De appellante had een aanvraag ingediend voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb), welke door Argonaut Advies B.V. was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op een besluit van 30 maart 2011, dat na bezwaar werd gehandhaafd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en de conclusies daarvan standhielden. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij meer kilometers nodig had en dat het reizen met de trein voor haar niet comfortabel was. Ze verwees naar een brief van haar stomaverpleegkundige en stelde dat anderen met minder beperkingen wel een hoog pkb kregen.

In hoger beroep heeft de Raad de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat appellante geen nieuwe gronden had aangevoerd die een ander oordeel rechtvaardigden. De Raad oordeelde dat de brief van de stomaverpleegkundige al was betrokken bij de beoordeling en dat appellante niet had aangetoond dat haar situatie bijzonder genoeg was om van het Protocol af te wijken. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd ook verworpen, omdat appellante onvoldoende inzicht had gegeven in de medische situatie van de door haar genoemde personen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de aanvraag voor het hoog persoonlijk kilometerbudget af.

Uitspraak

12/2424 VALYS
Datum uitspraak: 5 maart 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van
29 maart 2012, 11/6356 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
Argonaut Advies B.V. (Argonaut)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld en Argonaut heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 januari 2014. Appellante is verschenen. Argonaut heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E. Moerman en S.J. Heemstra, arts.

OVERWEGINGEN

1.1. Bij besluit van 30 maart 2011 heeft Argonaut de aanvraag van appellante, strekkende tot toekenning van een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb) afgewezen.
1.2. Na bezwaar heeft Argonaut deze afwijzing gehandhaafd bij besluit van 27 mei 2011 (bestreden besluit).
2.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard op de grond dat - kort gezegd - het medisch onderzoek niet onzorgvuldig is geweest of anderszins de conclusies daaruit geen stand houden. De rechtbank heeft daarbij ook verwezen naar de uitspraak van de Raad van 24 december 2009 inzake een eerdere aanvraag van appellante (ECLI:NL:CRVB:2009:BK8408).
3.1.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij het niet eens is met het oordeel van de rechtbank. Zij heeft meer kilometers nodig en de trein is niet comfortabel en omslachtig. Zij heeft verwezen naar een brief van de stomaverpleegkundige. Voorts heeft zij gesteld dat mensen met minder beperkingen dan zij wel een hoog pkb hebben.
3.2.
Argonaut heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.
De Raad overweegt het volgende.
4.1.
De rechtbank is op de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen tot het oordeel gekomen dat Argonaut de aanvraag van appellante op goede gronden heeft afgewezen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en verenigt zich met het op grond daarvan door de rechtbank gegeven oordeel.
4.2.
Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden naar voren gebracht en/of gemotiveerd waarom de rechtbank tot een ander oordeel had moeten komen. De brief van de stomaverpleegkundige is door de bezwaararts bij de beoordeling betrokken en de bezwaararts heeft telefonisch met haar overlegd.
4.3.
Het beroep van appellante op het gelijkheidsbeginsel slaagt ook niet omdat appellante niet heeft duidelijk gemaakt om wie het gaat en onvoldoende zicht heeft op de medische situatie van de door haar bedoelde personen.
4.4.
Niet is gebleken van andere omstandigheden die ertoe leiden dat de situatie van appellante zodanig bijzonder is dat Argonaut met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht had moeten afwijken van het Protocol.
4.5.
Het hoger beroep slaagt daarom niet. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door I.M.J. Hilhorst-Hagen als voorzitter en M.F. Wagner en
D.S. de Vries als leden, in tegenwoordigheid van J.C. Hoogendoorn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2014.
(getekend) I.M.J. Hilhorst-Hagen
(getekend) J.C. Hoogendoorn

QH