Uitspraak
OVERWEGINGEN
9 maart 2011 ingetrokken, omdat de detentie van appellant dan langer dan een maand had geduurd en de wet bij detentie geen recht op uitkering geeft
.
.
.
17 december 2012 heropend en medegedeeld dat zijn uitkering per die datum zal worden aangevuld met een toeslag. Voorts is aan appellant medegedeeld dat de nabetaling over de periode 17 december 2012 tot 1 februari 2013 zal worden verrekend met de nog openstaande vordering.
11 juli 2012 niet tijdig heeft ingediend.Naar de mening van appellant heeft hij aan het Uwv doorgegeven dat hij de post niet op zijn woonadres kon ontvangen. Voorts acht appellant het onbegrijpelijk en onbillijk dat de bewijslast van de volgens hem niet uitbetaalde
WAO-uitkering bij hem ligt. Tot slot heeft appellant gesteld dat de rechtbank zich niet heeft uitgelaten over de wijze waarop het Uwv de ten onrechte betaalde uitkering en toeslag heeft verrekend en is hij van mening dat het Uwv de beslagvrije voet had moeten hanteren.
11 juli 2011 op juiste wijze zijn bekendgemaakt, zodat de bezwaartermijn met betrekking tot het terugvorderingsbesluit is aangevangen op 28 juni 2011 en is geëindigd op 8 augustus 2011 en met betrekking tot het boetebesluit is aangevangen op 12 juli 2011 en is geëindigd op
22 augustus 2011. Bij brief van 8 februari 2013, door het Uwv ontvangen op 15 februari 2013, heeft appellant bezwaar gemaakt tegen deze besluiten. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat de termijn voor het maken van bezwaar tegen deze besluiten is overschreden en dat geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en het Uwv heeft het bezwaar tegen deze besluiten dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. De Raad kan evenals de rechtbank om die reden niet toekomen aan de inhoudelijke beoordeling van de gronden met betrekking tot die besluiten.
.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de verrekening van de geldschuld, bestaande uit de onverschuldigd betaalde WAO-uitkering en de toeslag over de periode 9 maart 2011 tot en met 30 juni 2011, met de nabetaling van de WAO-uitkering en de toeslag over de periode 17 december 2012 tot 1 februari 2013;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit in zoverre gegrond en vernietigt dat besluit in zoverre;
- herroept het besluit van 16 januari 2013 eveneens in zoverre;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van
P.H. Banda als leden, in tegenwoordigheid van M. Crum als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2015.