Uitspraak
22 oktober 2013, 13/415 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
10 april 2013 heeft appellant tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend.
€ 1.260,- heeft verbeurd. Naar het oordeel van de rechtbank is het mailbericht van 6 november 2012 een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, omdat het gaat om een schriftelijke beslissing van een persoon, met enig openbaar gezag bekleed, inhoudende een rechtshandeling. [werkgever] is uit hoofde van zijn eigenrisicodragerschap als bestuursorgaan aan te merken.
re-integratieverantwoordelijkheid van de eigenrisicodrager. Daarnaast is van belang dat
WGA-verzekerden. Dit houdt in dat zowel tegen beslissingen van het Uwv als tegen beslissingen van de eigenrisicodrager eerst bezwaar kan worden gemaakt en vervolgens beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank. Voordeel hiervan is dat voor alle gedeeltelijk arbeidsgeschikten dezelfde rechtsgang met dezelfde laagdrempelige toegang en dezelfde waarborgen geldt.
WGA-uitkering betaalt. De re-integratieplicht vloeit uit de wet voort. Dit maakt dat de werkgever door de uitvoering van zijn wettelijke taak als bestuursorgaan wordt aangemerkt. Dit betekent dat de werkgever als uitvoerder van een onderdeel van de WIA bevoegd is tot het nemen van besluiten die daaraan zijn gekoppeld en dat deze besluiten aangemerkt worden als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen de mogelijkheid van bezwaar en beroep openstaat”.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het bezwaar tegen de beslissing van 6 november 2012 niet-ontvankelijk.
G. van Zeben-De Vries als leden, in tegenwoordigheid van W. de Braal als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 mei 2015.