ECLI:NL:CRVB:2015:3932
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens niet-woonachtig zijn in de gemeente
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een bijstandsaanvraag door de Centrale Raad van Beroep. Appellante, die tot 3 december 2012 bij haar stiefvader woonachtig was, heeft zich op 8 januari 2013 gemeld voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft haar aanvraag afgewezen op 20 februari 2013, omdat zij niet stond ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). De rechtbank Gelderland heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in de periode van 8 januari 2013 tot en met 20 februari 2013 haar hoofdverblijf in de gemeente had. De Raad oordeelt dat de verklaring van de tante van appellante, die stelde dat appellante nooit bij haar heeft gewoond, meer gewicht heeft dan de verklaringen van appellante zelf. De Raad benadrukt dat het aan de aanvrager van bijstand is om juiste en volledige informatie te verstrekken over zijn hoofdverblijf.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 november 2015.