ECLI:NL:CRVB:2016:4246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens verzwegen werkzaamheden als glazenwasser
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) van appellant, die sinds 17 december 2010 bijstand ontving. Naar aanleiding van een melding dat appellant werkzaamheden als glazenwasser verrichtte, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door niet te melden dat hij op geld waardeerbare werkzaamheden verrichtte. Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, wat resulteerde in een bedrag van € 12.516,53.
De rechtbank Midden-Nederland heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat de verklaringen van getuigen niet betrouwbaar waren en dat het college niet het recht had om tot terugvordering over te gaan op basis van de beleidsregels.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 8 november 2016 geoordeeld dat de verklaringen van de getuigen voldoende feitelijke grondslag bieden voor de besluitvorming van het college. De Raad bevestigt dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden en dat de terugvordering rechtmatig is. De gronden van appellant in hoger beroep zijn niet slagen, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd voor zover deze is aangevochten.