Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
(€ 497,-), in totaal € 825,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de weigering van een WW-uitkering aan betrokkene werd bevestigd. Betrokkene, werkzaam bij waterschap Scheldestromen, werd ontslagen wegens plichtsverzuim. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de werkloosheid betrokkene in overwegende mate kan worden verweten, ondanks verzachtende omstandigheden. De Raad stelt vast dat betrokkene misbruik heeft gemaakt van zijn positie als ambtenaar door nevenwerkzaamheden te verrichten voor een loonbedrijf en daarbij belangenverstrengeling in de hand heeft gewerkt. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van het waterschap gegrond, waardoor de WW-uitkering blijvend wordt geweigerd. De Raad oordeelt dat het waterschap procesbelang heeft bij het hoger beroep, ondanks dat de maximale duur van de WW-uitkering inmiddels is verstreken. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren en de gevolgen van plichtsverzuim voor hun recht op uitkeringen.