Uitspraak
mr. dr. J.H. Ermers.
OVERWEGINGEN
13 februari 2012 in aanmerking gebracht voor een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Haar WAO-uitkering is na een wachttijd van vier weken met ingang van 9 maart 2012 herzien naar de klasse van 80-100%. Op deze WAO-uitkering werd haar ZW-uitkering in mindering gebracht. Met ingang van 9 september 2012 is haar WAO-uitkering gebaseerd op een vervolgdagloon.
12 juni 2014 (bestreden besluit) ongegrond verklaard.
WAO-uitkering niet meer meetelt bij de hernieuwde vaststelling van het dagloon, terwijl dat voordien wel meetelde. Door geen rekening te houden met haar in de referteperiode ontvangen WAO-uitkering van circa € 4.300,- bruto, is sprake van een ongeoorloofde ontneming van eigendom. Als dit bedrag wel was meegenomen in de berekening, dan was volgens appellante haar dagloon een bedrag van € 2,50 per dag hoger geweest dan nu het geval is. Zowel ten tijde van haar ziekmelding op 10 februari 2012 als ten tijde van de toekenning van de loondervingsuitkering per 9 maart 2012 en de vervolguitkering per
9 september 2012 hield artikel 40 van de WAO nog in dat bij hernieuwde vaststelling van het dagloon al het in de referteperiode ontvangen SV-loon meetelde. Op die data voldeed appellante aan alle voorwaarden om na ommekomst van de wachttijd van 104 weken voor verhoging van haar dagloon in aanmerking te komen. Op die data had zij dan ook de gerechtvaardigde verwachting dat bij de toepassing van het toen geldende artikel 40 van de WAO zowel haar inkomsten bij [naam B.V.] als haar inkomsten uit de WAO-uitkering zouden worden betrokken bij de berekening van haar dagloon en dat na afloop van de wachttijd haar dagloon zou worden verhoogd. Deze verwachting dient te worden aangemerkt als een “legitimate expectation” als bedoeld in de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over artikel 1 van het Eerste Protocol. De enige reden dat deze verwachting niet is uitgekomen, is dat artikel 40 van de WAO met ingang van 1 juli 2013 is gewijzigd zonder dat is voorzien in een overgangsregeling voor de situatie dat het verzekerde risico al is ingetreden en de toepassing van artikel 40 van de WAO nog een kwestie van tijd is. De rechtbank heeft dit in de aangevallen uitspraak niet onderkend.
1 juli 2013, is artikel 19aa in de WAO gevoegd en is artikel 40, eerste lid, van de WAO gewijzigd.