ECLI:NL:CRVB:2017:2878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Y.J. Klik
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekken en terugvorderen van bijstandsuitkering wegens verzwegen mede-eigendom van onroerend goed in Spanje
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellante ontving sinds 20 oktober 2004 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een melding dat zij samenwoonde met haar ex-echtgenoot en mede-eigenaar was van onroerend goed in Spanje, heeft de gemeente Rotterdam een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante niet had gemeld dat zij mede-eigenaar was van een woning in Spanje, wat in strijd was met haar wettelijke inlichtingenverplichting. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft daarop besloten om de bijstand van appellante met terugwerkende kracht in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen.
Appellante heeft in hoger beroep betoogd dat de terugvordering niet in verhouding staat tot de schending van de inlichtingenverplichting. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college terecht heeft vastgesteld dat appellante mede-eigenaar is van de woning en dat zij dit niet heeft gemeld. De Raad heeft ook vastgesteld dat de waarde van de woning boven de vrij te laten vermogensgrens ligt, waardoor appellante geen recht had op bijstand. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de terugvordering gerechtvaardigd is, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat de terugvordering niet in verhouding staat tot de waarde van de woning.