ECLI:NL:CRVB:2017:3993
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Y.J. Klik
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op basis van niet-gemelde bankrekeningen en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand aan appellante, die sinds 7 november 2005 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De intrekking was gebaseerd op het niet melden van bankrekeningen op naam van appellante, waarvan het college van burgemeester en wethouders van Roermond stelde dat deze rekeningen tot haar vermogen behoorden. Appellante had echter aangevoerd dat zij niet over de tegoeden op deze rekeningen kon beschikken, omdat deze rekeningen mede op naam van haar ouders stonden en zij geen toegang had tot de rekeningen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet in staat was om de tegoeden op de rekeningen aan te wenden voor haar levensonderhoud, en dat het college niet had aangetoond dat de intrekking van de bijstand terecht was. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. De Centrale Raad van Beroep heeft deze beslissing vernietigd en het besluit van het college herroepen, waarbij het college werd veroordeeld tot vergoeding van de kosten van appellante.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het bijstandverlenend orgaan om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor intrekking van bijstand is voldaan, en dat de inlichtingenverplichting objectief is geformuleerd, waarbij verwijtbaarheid geen rol speelt. De Raad heeft geoordeeld dat het saldo op de rekeningen in redelijkheid niet aan appellante kan worden toegerekend, en dat het college niet is geslaagd in de op hem rustende bewijslast.